Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De ijzersmid [maakt] [44]een bijl, en werkt [45]in den gloed, en formeert het met hamers, [46]en werkt het met zijn sterken arm; ook [47]lijdt hij honger, totdat hij krachteloos wordt, hij drinkt geen water, totdat hij [48]amechtig wordt. 44. Met welke de timmerman een boom afhouwt om een afgod daarvan te timmeren. 45. Anders: in de kolen. 46. Of, en arbeidt daaraan met de kracht van zijn arm. Hebreeuws, met den arm zijner kracht. 47. De zin is: Hij is zo ijverig en naarstig in het smeden van zijn afgod, en hij is er zo mede bezig dat hij er honger en gebrek bij lijdt [verzuimende zijn ander werk], of, dat hij den tijd niet neemt om te eten of te drinken. 48. Of, moede is.